Gisterochtend haalde ik één voor één letters van het raam. De r, twee o’s, de s en een 5. De slingers lagen al opgevouwen op de bank. Roos komt de kamer binnen lopen en opnieuw valt me op hoe groot ze wordt. Ze is niet meer de kleine kleuter die een jaar geleden voor het eerst naar school ging. Ze is ook niet meer de peuter die af en toe nog bij me in de draagdoek kroop. En ze is al helemaal niet meer de baby die ik op een prachtige voorjaarsdag, na een ontspanning bevalling, aanpakte in het bad en vol verbazing aan Wendy gaf: ‘Wen, het is een meisje!’
Nu is ze vijf jaar oud geworden en al het kleine, het peuter-kleuter-achtige gaat er niet zo langzaam en erg zeker af. ‘Ik zei toch dat ik de saus náást mijn spaghetti wilde’, zegt ze met boze stem en rollende ogen als ik zonder op te letten de tomatensaus wél bovenop de pasta schep. Maar ook komen er zinnen als ‘Ja, maar dat heb ik gewoon in mijn hoofd geklikt. Daarom weet ik het nog.’ Ze zoekt haar eigen kleren uit, kleedt zichzelf aan (als ze zin heeft) en blijft zonder problemen twee dagen in de week over op school. En dan heeft ze het af en toe over de ‘kleine kindjes in de klas’ die soms iets niet goed weten of spannend vinden. Nee, Roos is echt geen kleine meid meer.
Dat is soms slikken. Roos blijft niet klein, ook zij gaat de wereld in. Als vader weet ik dat het mijn taak is om haar zo goed mogelijk die wereld in te leiden. En dat doe ik graag. Kahlil Gibran zegt dat ouders de bogen zijn, die hun kinderen als pijlen wegschieten. Ik heb haar naar de peuterspeelzaal gebracht en later naar school. Ik ben trots als ze een eind weg fietst of een paar nachten gaat logeren bij opa en oma. Ze schiet weg en suist als een pijl door de lucht. Ik weet dat ze het wel gaat redden, alleen in de buitenwereld.
Roos is onze derde en hoogstwaarschijnlijk ook onze laatste. De afgelopen anderhalf jaar voelde ik vaak opluchting dat die intensieve tijd van het verzorgen van een baby, dreumes en peuter achter de rug was. Ik merkte dat er meer tijd en lucht kwam in ons gezinsleven. We konden af en toe uitslapen als de kinderen in het weekend zelf naar beneden gingen om te spelen, we hoefden niet meer alles samen met de kinderen te doen. Maar als ik de slingers in de doos stop, voel ik ook het gemis van die fase. Nooit meer een kleintje in de draagdoek, nooit meer die constante en directe nabijheid. Nooit meer zachte huiltjes, borstvoeding, peuter-badspelletjes en de verwondering over de eerste olifant in de dierentuin. En ook de vanzelfsprekendheid dat ik de sterkste, grappigste, liefste papa ben is niet meer altijd aanwezig. Want ‘de papa van Sacha is óók heel grappig!’
Nog even en ook het fietsstoeltje kan weg en wordt de grote autostoel een zitverhoger. Ik ben geen jonge vader meer. Ik ben geen vader meer van kleine kinderen. Die fase is voorbij.
Roos komt naar me toe en vraagt of ze mee mag helpen met opruimen. Ik pak haar op, schud haar door elkaar, laat haar vliegen. Haar lange haren kriebelen in mijn gezicht. Ze giert het uit van het lachen. Het gaat steeds wilder tot we allebei uitgeput op de bank neervallen. Zo wild kun je met een peuter niet stoeien. Roos veegt haar haar uit haar gezicht en vraagt wanneer we weer verder gaan stoeien.
Even later stop stop ik de 5 in de doos. Misschien komt hij er nog een keer uit als onze oudste 15 wordt. En ondertussen kan ik Herman van Veen maar niet uit mijn hoofd krijgen.
‘Hee kleine meid op je kinderfiets,
De zon draait steeds met je mee
Hee kleine meid op je kinderfiets,
De zomer glijdt langs je heen
Met je haar in de wind en de zon op je wangen,
Rijd je me zomaar voorbij, fiets.’
Dit artikel verscheen op 13 maart 2013 op Gezinspiratie.
- Ken je anderen voor wie dit artikel interessant is? Deel het op Twitter, Facebook of via de mail met deze verkorte link: http://wp.me/p2IfDc-jK (even zelf kopiëren en plakken)
- Wil je zelf meer van dit soort artikelen lezen? Meld je dan aan voor de blog-updates van De Praktijkvader en ontvang het gratis e-book ‘Hoe word je de vader die je wilt zijn? Van overleven naar sprankelen in 5 praktische stappen’.
Foto: Flickr/chudo.sveta
Geef een antwoord