Ik kan niet dansen.
Ik was zestien en deed examen bij mijn dansschool. Want dat hoort bij een goede opvoeding. Tot mijn grote schaamte werd ik tijdens de Engelse wals weggehaald van het meisje waar ik altijd mee danste.
Ik werd in de klem genomen door een ander meisje dat een kop groter was dan ik. Het lievelingetje van de dansleraar. ‘Je zit helemaal naast het ritme’, siste ze. En vervolgens leidde ze me stevig verder. Ik kon alleen maar volgen. En ik kreeg mijn diploma.
Maar ik wist wel beter. Ik kon niet dansen. Echt niet.
Vanaf dat moment liep ik met een grote boog om iedere dansvloer heen.
Toch voelde ik vaak dat iets in mij wel wilde bewegen op muziek. Mijn lijf wilde springen, stampen en stuiteren bij concerten. Ik wilde zwaaien, zweven en zwieren op feestjes.
Maar dat deed ik niet. Of maar weinig. Want ik kon toch niet dansen.
Valse overtuigingen zijn hardnekkig. Ze houden je in een houdgreep. Ze zetten je vast. Leven met een valse overtuiging is als een wandeling met een paar oogkleppen op en een 30 kilo zware rugzak: je bent op weg, maar je ziet bijna niets en je komt amper vooruit.
‘Nu ik kinderen heb kan ik nooit meer iets voor mezelf doen.’
‘Ik zal nooit een goede vader worden.’
‘De vrouw op wie ik verliefd werd is voorgoed veranderd in een moeder die nooit meer tijd heeft voor leuke dingen.’
Dooddoeners van de bovenste plank. Je wordt al depressief als je ze alleen al leest. Laat staan als je dagelijks je gedachten komen vervuilen.
En het ergste is nog wel dat allemaal onzin is. En dat weet jezelf ook wel.
Maar om de één of andere reden blijf je er toch in geloven. Zo’n valse overtuiging brengt je namelijk iets waar je ontzettend aan gehecht bent geraakt. Iets waar je eigenlijk niet zonder kunt:
Je hebt een fantastisch excuus in handen om vooral NIET je nek uit te steken en iets aan de situatie te veranderen.
Als er geen enkele kans is dat het ooit beter wordt, hoef je ook niets te proberen.
Goed geregeld. Lekker rustig. Maar ook een beetje saai, toch?
Want het is eigenlijk heel vervelend om altijd maar aan de kant te staan. Schoorvoetend het ritme van de muziek tikken met je voeten, terwijl vlak voor je neus iedereen plezier heeft op de dansvloer. Daar is het leven. Je ziet het, je voelt het, je ruikt het. Maar jij denkt dat je niet kunt dansen.
Terwijl je dat wel kunt. Iedereen kan dansen.
Daar ben ik inmiddels zelf ook achter 😉
Misschien dans je niet in één keer een strakke tango. Maar daar gaat het ook niet om. Dat vraagt niemand van je. Kom in beweging. Kleine stapjes. En schud zo langzaam die valse overtuigingen van je af.
Haal jezelf uit die verlammende berg zelfmedelijden en onvermogen. En kom gewoon in actie. Wat voor vader wilde je ook al weer zijn?
Je kunt nooit meer iets voor jezelf doen nu je kinderen hebt?
Maak dan deze week een half uur vrij in je agenda. Een half uurtje maar. En doe waar je blij van wordt. Een boek lezen, een kop koffie drinken, een wandeling maken.
Je zult nooit een goede vader worden?
Pak een bal en ga naar buiten met je kinderen. Ga als het donker wordt met zaklampen een keertje naar buiten. Pak je lievelingsboek van vroeger en ga dat voorlezen.
Je vrouw is niet meer zo leuk als vroeger?
Verras haar een keer met iets kleins. Stuur haar een kaart. Kook haar lievelingseten. Laat weten wat je bezighoudt. En laat je verrassen door wat er gebeurt.
Je hoeft echt niet alles in één keer helemaal te veranderen zodat het perfect is. Streven naar perfectie is ook een excuus om niet in actie te komen. Je zult niet meteen een perfecte tango dansen. Misschien wel nooit.
Maar moest dat dan van iemand?
Nee. Het enige wat ik je vraag is om nu te gaan dansen.
Kom in beweging. Maak een eerste voorzichtige stap. Wieg wat met je heupen. Draai wat met je schouders. Schud je haren los. Ook als je ze niet hebt.
Natuurlijk is het onwennig.
Ik voelde me de eerste keren op een 5-ritmes-dansavond houterig, stijf en erg onhandig. Dat voel ik me nog steeds als ik naar Thijn kijk die nu al 4 jaar danst bij de Arnhemse dansschool Boys Action en dingen met zijn lijf doet die ik nooit zal kunnen. En als Roos zich al zingend en dansend uitleeft op ‘Laat het los, laat het gaan’ uit Frozen, ben ik jaloers op haar schaamteloze uitbundigheid.
Maar daardoor laat ik me niet beperken. Ik hoor de muziek. Ik voel het ritme. Ik neem de eerste stap.
En ik dans.
Dance. You got to dance. As long as the music plays. You got to dance. Don’t even think why. Start to think, your feet stop. You got to loosen what you bolted down. You got to use all you got. We know you’re tired, tired and scared. Happens to everyone, okay? Just don’t let your feet stop. – Haruki Murakami, uit: Dance, dance, dance
Dus – wat is zijn jouw valse overtuigingen? En durf je ze los te laten? Ik ben benieuwd welke kleine stappen jij gaat nemen om in actie te komen. Let’s dance!
Heb het goed!
Warme groet!
Jeroen | De Praktijkvader
Geef een antwoord