Eén van de mannen op de Vuurvaders-avond staat te twijfelen. Er is iets gaande met tot stilstand komen, niet zeker weten wat het goede is, ergens wel willen veranderen, maar te bang zijn om ook daadwerkelijk stappen te zetten.
Het gaat over grote dingen. De zekerheid van de goede baan en de lease-auto achter laten voor ‘iets anders’. Het werk als vlucht inruilen voor zichtbaar en daadkrachtig zijn. De Vadervuur-training in het voorjaar heeft hem dichter bij zijn gevoel gebracht. Hij is meer aanwezig in zijn gezin en in zijn eigen lijf. ‘Ik voel weer dat ik leef,’ zegt hij. Maar dat vuurtje vraagt om liefdevol onderhouden te worden. En nu aarzelt hij.
Hij is enthousiast de duikplank opgeklommen, maar nu hij eenmaal boven is durft hij niet in het water te springen. Het is een plek waar we allemaal een keer komen te staan. En niet één keer, maar steeds opnieuw. Een nieuwe stap is vaak spannend. Wij mensen houden niet per se van verandering. Het oude achterlaten is bedreigend. En vaak weten we niet precies waar we ‘ja’ tegen zeggen.
Maar we maken het onszelf ook veel te moeilijk. Veel van die duikplank-momenten zijn helemaal niet zo groot als we denken. Ik denk alleen dat we ze vaak zo groot maken, omdat het vervolgens makkelijker is om uiteindelijk niet te hoeven springen.
‘Ik ga mijn baan niet opzeggen, want dan leef ik mijn hele leven in financiële onzekerheid.’
‘Ik ga het gesprek met mijn vader niet aan, want dan wil hij me straks niet meer zien.’
‘Ik niet anders kijken naar hoe ik mijn kinderen wil opvoeden, want straks luisteren ze helemaal niet meer naar me en lopen ze over me heen.’