Je herkent het ongetwijfeld. Misschien heb je het vandaag nog wel meegemaakt. Of anders gisteren wel.
Je kind is boos. Of hij is moe. Of hij verveelt zich. Of een combinatie van die drie. En als je pech hebt zitten ook je andere kinderen in diezelfde bui.
Honger, moe, een teleurstelling, er mag iets niet van jou, een vriendje wil niet spelen, het regent. De oorzaak maakt niet uit. En soms is er niet eens een duidelijke oorzaak aan te wijzen.
Maar er is wel een duidelijk gevolg: ook jij komt terecht in diezelfde boosheid.
Je wordt ongeduldig. Je gaat harder praten. Je wilt dat je kind stopt met aandacht vragen, zeuren, huilen of schreeuwen. Maar dat gebeurt niet. En voor je het weet raak je zo gefrustreerd dat je ook begint te schreeuwen. Of je pakt je kind net iets te hard op. Of misschien trek je je wel helemaal terug en laat je – zoals mijn vader altijd zei ‘iedereen in zijn sop gaar koken’.
Herken je jezelf in zo’n situatie? Mooi! Want nu kunnen we er iets aan gaan doen.